Lesvoorbereiding
Naam | Bianca, Aicha, Marissa, Nathalie | Groep | ICO(Stagebegeleider) | ||
Praktijkschool | Groep | Mentor | |||
Activiteit | Beeldende vorming ‘het lichaam’ | Datum |
Leerpunten student | 1. | 2. | 3. |
Verantwoording (waarom ga je dit doen)
Beginsituatie Beschrijf wat de leerlingen al weten, of ze er wel eens mee te maken hebben, welke leerlingen problemen hebben met dit onderwerp of met de werkvorm, … | De kinderen weten al namen van lichaamsdelen. De kinderen hebben er elke dag mee te maken. Deze les ontworpen omdat veel kinderen de plaats van veel lichaamsdelen nog niet weten en veel dingen van het lichaam niet tekenen. |
Doelstellingen Wat moeten de leerlingen aan het einde van de les geleerd hebben? Formuleer je doelen SMART. | De kinderen leren hoe het menselijk lichaam eruit ziet. De kinderen leren werken met pastelkrijt. |
Evaluatie Benoem van elk doel hoe en wanneer je vaststelt of dit is behaald. | In de kring als de kinderen hun werk presenteren. |
Werkwijze en middelen (hoe en waarmee ga je dit doen)
Didactische Werkvormen Wat doe jij? |
| ||
Leeractiviteiten Wat doen de leerlingen? | |||
Instructie-middelen Welke middelen gebruik jij? | |||
Leermiddelen Welke middelen gebruiken de leerlingen? |
Organisatie (Aan welke praktische zaken moet je denken bij de uitvoering; maak eventueel een schets van de ruimte)
Vooraf Wat moet klaarliggen? Waar kunnen leerlingen spullen zelf pakken? | |
Tijdens Moet de organisatie aangepast worden? Waar leggen de leerlingen hun product? | |
Na afloop Zorg een rustige overgang naar de volgende les. Wie ruimt wat op? Waar moeten leerlingen gaan zitten? |
Lesopbouw
(wat ga je precies doen)
Keuze lesmodel
benoem hieronder in de eerste kolom de fasen die horen bij het gekozen lesmodel | Aanvullende vakdidactische eisen · | DA | ADI | ||||||||
1 Inleiding 2 Kern 3 Afsluiting | 1 Terugblik 2 Oriƫntatie 3 Uitleg 4 Begeleide inoefening 5 Zelfstandige verwerking 6 Evaluatie continu: REFLECTIE |
lesfase | tijd | activiteit |
Inleiding Kern Slot | Ik vertel de kinderen dat we het vandaag over het lichaam gaan hebben. Eerst vraag ik een kind naar voren. Ik doe een blinddoek om en vraag een ander kind. De kind met de blinddoek gaat bij het andere kind aanwijzen waar de knie zit enz. en benoemt dit. Als het kind met de blinddoek het niet weet, mag iemand uit de klas helpen. Daarna hang ik op het bord een grote plaat van het menselijk lichaam neer. Ik laat om de beurt kinderen naar voren komen die het lichaam in mogen vullen met pastelkrijt. Vervolgens krijgen de kinderen het menselijk lichaam op een a4tje. Niet alle kinderen gaan het menselijk lichaam nu zelf invullen met waar zit wat.. Ik verdeel de klas in groepen. Maandag een gaat een groepje hiermee aan de slag, dinsdag enz. Elke dag mogen de kinderen hun werk in de kring presenteren. Ik beoordeel en bespreek het samen met de kinderen. Alle tekeningen komen in de klas te hangen. |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten